Passer au contenu

Pays

Jarrige, Pierre - Aviateurs belges en Algérie (2019) - Belgische vliegeniers in Algerije

€0,00 - €0,00
€0,00
€0,00 - €0,00
€0,00
Belgische vliegeniers in Algerije

Toen de Belgische pionier Jan Olieslagers in 1910 hartstochten losmaakte toen hij met zijn Blériot naar Oran-La Sénia vloog, had hij er geen idee van dat vijftien jaar later, in 1925, drie van zijn landgenoten: Edmond Thieffry, Léopold Roger en Joseph De Bruycker, zouden hun enorme driemotorige tweedekker op ditzelfde vliegveld laten landen, op weg naar een zegevierende vlucht naar Léopoldville.

De historische vlucht van Edmond Thieffry en zijn metgezellen was het begin van een tien jaar durende wedijver waarin de luchtverbinding tussen België en Kongo de voornaamste bekommernis van de Belgische luchtvaartkringen zou zijn.

De route was lang, 10.000 kilometer, de moeilijkheden waren talrijk, maar de vasthoudendheid van de Belgische vliegeniers overwon alle hindernissen: het terrein, de zee, de Sahara, de jungle, het weer en de landingen op het platteland.

Van 1925 tot 1935 volgden raids, experimentele vluchten, militaire missies en sportieve heldendaden elkaar op, met wisselend succes, maar zonder een enkel ernstig ongeluk.

Het duurde tien jaar voordat de geregelde dienst, de beroemde LBC (Liaison Belgique-Congo), werkelijkheid werd met de inhuldiging in februari 1935 door de bemanning Prosper Cocquyt, Schoonbroodt en Maupertuis, op de driemotorige Fokker FVII Edmond Thieffry. Deze regelmatige commerciële verbinding van SABENA is de vitale slagader van het wereldwijde netwerk van Belgische luchtvaartmaatschappijen. Oran-La Sénia is een tussenstop van deze regelmatige luchtvaartmaatschappij, het snoer dat België verbindt met zijn geliefde Congo, het juweel van Afrika, het land dat God met alle rijkdommen heeft begiftigd.

Gedurende deze tien jaar hebben wij moeten vechten tegen de ergste vijanden, het ergste ongedierte: de politici met hun bijbedoelingen, hun kortzichtigheid en hun palinodie. De Belgen hadden Frankrijk nodig om Algerije, de Sahara, de AOF en de AEF over te steken, de Fransen hadden België nodig om de Congo over te steken. Sinds 1927 strijden Franse en Belgische luchtvaart- en financiële groepen over de Frans-Belgische samenwerking en de exploitatie van de inkomsten. In plaats van een synergie liepen de belangen uiteen, en waren er alleen onderhandelingen, deals, compromissen en schimmige contracten.

Gelukkig zijn er boven de "zakenwereld" twee mannen: Tony Orta en Jean Dagnaux die elkaar hoogachten en met dezelfde idealen samenwerken en hun ambitieuze project uitvoeren met een falanx van uitstekende piloten en technici. Al deze mannen hadden met dezelfde moeilijkheden te kampen en wreven met elkaar op de gemeenschappelijke vliegvelden van Algerije tot Leopoldstad. De SA-BENA zal één van haar Junkers Ju 52 Commandant Dagnaux noemen.

De opmars naar het einddoel profiteert van het werk van de militairen, die vliegvelden aanleggen met brandstofdepots, hangars, verlichting, weerstations en radio. Zij werken samen aan een grondige kennis van weer en radiopropagatie en aan de installatie van richtingzoekers. SABENA en Air Afrique werken samen aan de vaststelling van tussenstops en dienstregelingen en aan de verbetering van de structuren van de vliegvelden en de oprichting van depots voor reserve-onderdelen.

Overheidssubsidies, bonussen en investeringen in Belgisch Kongo door grote bedrijven hebben tot aanzienlijke vooruitgang geleid. Dit enorme werk, dat de basis legde voor het luchtvervoer en de ontwikkeling van Afrika, werd in 1960 vernietigd, twee jaar voor het einde van Frans Algerije.

PDF - 95 pagina's - in het Frans